Het Hooggerechtshof zei dat anders deze minderjarigen zouden worden gediscrimineerd ten opzichte van kinderen die in tweeoudergezinnen zijn geboren.
Het Hooggerechtshof is voorstander van het verlengen van de uitkering van 16 naar 26 weken, maar niet van het dubbele, 32 (zoals eenoudergezinnen soms hebben geclaimd voor 16 weken voor de moeder en 16 voor de vader), omdat de Spaanse norm verplicht dat van deze 16 weken, de eerste zes altijd van de kant van beide ouders worden verwacht, zodat beide ouders samenvallen. De echte controverse zit in de resterende 10 weken, omdat kinderen uit een tweeoudergezin na de 6 verplichte weken nog 20 weken opvang krijgen (10 van de moeder en 10 van de vader), terwijl kinderen uit een eenoudergezin er maar 10 hebben.
De rechter bekritiseert dat er momenteel niets is dat deze discriminatie rechtvaardigt en herinnert eraan dat de Europese bemiddelingsrichtlijn de lidstaten aanmoedigt om de ouderlijke macht aan te passen aan gezinnen met een eenoudergezin. Daarom concluderen we dat vanwege het respect voor de gelijkheid van minderjarigen en hun hogere belangen, beide beschermd door de Grondwet, discriminatie van minderjarigen in eenoudergezinnen moet worden vermeden en dat deze na hun geboorte dubbele toestemming voor hun verzorging moeten krijgen.
Bovendien onthult de magistraat dat de sociale realiteit aantoont dat eenoudergezinnen in een "overweldigende meerderheid" door vrouwen worden gevormd.