Spanje heeft niet op tijd voldaan aan de Europese wetgeving, dus heeft de Commissie een schriftelijke aanmaning gestuurd naar de nationale richtlijn, wat de eerste stap is in een inbreukprocedure, en heeft een periode van twee maanden gegeven om de situatie te verhelpen, volgens een bericht van ABC.

Na het verstrijken van de termijn voor het uitbetalen van de laatste twee weken verlof, verklaarde het ministerie van Arbeid dat Brussel Spanje een boete van minstens 7 miljoen euro zou opleggen voor het niet naleven van de bepaling, een bedrag dat steeds hoger wordt. Het valt echter nog te bezien of de zaak voor het Europese Hof komt, dat bevoegd is om sancties op te leggen in geval van niet-naleving.

De Europese bemiddelingsrichtlijn trad in 2019 in werking en stelt een reeks minimumvereisten vast om de combinatie van werk en gezinsleven te vergemakkelijken voor werknemers die ouders of verzorgers zijn. Een van de vereisten is dat elke werknemer een individueel recht heeft op vier maanden ouderschapsverlof, dat maximaal geldt totdat het kind acht jaar wordt.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat twee van de maanden ouderschapsverlof niet van de ene ouder op de andere kunnen worden overgedragen en betaald moeten worden, hoewel de richtlijn de regeringen volledig vrij laat in het bepalen van de hoogte van de betaling, met als maximumtermijn dat ze dit vóór eind augustus 2022 wettelijk moeten vastleggen.

De bepaling over de betaling van de laatste twee weken ouderschapsverlof moest uiterlijk op 2 augustus 2024 door de lidstaten zijn omgezet.

Tot op heden heeft de regering van Pedro Sánchez de Commissie echter nog niet in kennis gesteld van de volledige omzetting van deze bepaling over de betaling van de laatste twee weken ouderschapsverlof in haar nationale wetgeving. Pablo Bustinduy, minister van Sociale Rechten, gaf gisteren aan dat de vergoeding van deze weken is opgenomen als een "dringend" initiatief binnen de algemene begrotingen, dat voorlopig is verlengd.

Van haar kant herinnerde de CSIF er in een verklaring aan dat ze al in 2023 bij de Europese Commissie het "gebrek aan wil" van de regering om bemiddelingsmaatregelen te nemen in overeenstemming met de Europese richtlijn aan de kaak had gesteld en eiste dat de uitkering "onmiddellijk wordt ontwikkeld".